Wim van Binsbergen

Geselecteerde gedichten

Selected poems, Dutch

   

terug naar poezie homepage

deze pagina kan het beste bekeken worden met Microsoft Internet Explorer versie 4 of hoger

 

voor de gedichten VOOR LENSHINA en OUDERS, die eerder op deze pagina waren opgenomen, zie nu de integrale Internetversie van Leeftocht (PDF)

get Acrobat Reader

KWATRIJN

Wij zitten eindelijk in dezelfde boot
Ons licht is nietig en de nacht is groot
Kom, laat Uw angst voor aan de overzij varen
Hij die de liefde schiep schiep ook de dood

wij zitten eindelijk in dezelfde boot/ ons licht is nietig en de nacht is groot/ kom laat uw angst voor aan de overzij varen/ hij die de liefde schiep schiep ook de dood

 

Het volgende gedicht werd geschreven in opdracht van IKON en werd life uitgezonden tijdens het IKON programma ‘De Andere Wereld’, 24 oktober 1999, 13.00-15.00 uur

Mwalimoe eindelijk ben je/ onze grijze voorouder uit Afrika/ voorouder / voor / heel de wereld/ waak over ons/ geef ons / betekenis

BIJ DE DOOD VAN MWALIMOE JULIUS NYERERE

oud-president van Tanzania

 

[ langzame trommelslagen: rouwritme  ]

‘Hij is aangekomen’
juichen ritselend in sterrenlicht boombastkleed
de geesten aan weerszijden opgesteld
van de Melkweg, spiegel de duistere
rivier van de voorouders
benoem de Trommel, de Hak, de Ladder,
de Vijzel, de Xylofoon, constellaties trillend ver-
vloeiend als de Jager zich liesdiep
in suizelend bruisen geweer hooggehouden
(beulsschaduw op de zwarte om-stérde pupil van het water)
voorouders slaan sleurend hun armen om zijn
onderbenen, vertragend
zal hij het halen met deze prooi?

 

Ja!
Hij is aangekome
en nu het dag wordt zien wij: aangekomen
bij het Gouden Slot dat in de Lucht Hangt
bij het Gouden Dorp met Ronde Rieten Daken dat in de Lucht Hangt
wiegend tussen de slurven van de tweelingolifant
aan weerszijden van het pad de erehaag
van alle dieren van de savanne: leeuw buffel hyena luipaard
angst honger hebzucht moordlust,
van alle dieren van de savanne groot als Afrika
de onafzienbare klankdiepe kudde de horens als smeekarmen geheven
kudde hoornvee zo groot als de wereld
zij strekken zich voor hem neer, een koningsgroet

 

‘Hij is aangekomen’
in het Gouden Dorp
maar hij is hier al eerder geweest
bestuurde soms zijn land vanaf dit luchtslot
met duivenboden die neerstrijkend
op de schermbomen van de savanne
op de stekebomen onder de rook van een nieuwe spoorlijn
veranderen konden in paarskrijsende gieren
maar zijn andere boden:
zijn stem, de voorouderblik
waarmee hij hen allen zo dikwijls overhaalde tot grootheid
zijn handen waarvan zegen droop als regen
zulke boden verjoegen de gieren
al bleven hun kreten hangen
boven de wit trillende vlakte

 

(Vandaar spreekkoren, toegelaten maar zachtjes:
Aroesjá’, ‘Aroesjá’
Oedzjamá’a’, ‘Oedzjamá’a’
Zanzibar’, ‘Zanzibar
Tanganyika’, ‘Tanganyik
mijn land, mijn vee, mijn recht, mijn hand
mijn godsdienst, mijn paleis
mijn dorp
terug, geef het terug,
jullie: sprinkhanen en hyena’s, heksen en sjaitaans
zachtjes, maar zíjn, grótere stem reikte verder
misschien met een groter waarheid gehoord
in het Huis van Vrede daar
en in Kampala, Lusaka, Pretoria, Lagos
Delhi, Londen, Peking, Moskou,
Washington, de VN, en in het Gouden
Dorp met Ronde Rieten Daken dat in de Lucht Hangt
waar geen boekhouding is, geen rekenschap
slechts het lied van de lofzanger de dichter
slechts de trommelslag van welkom)

[ tromgeroffel: koninklijk welkomsritme ]

 

‘Hij is aangekomen’
knikken naamgenoot Julius Caesar en de Lubávicher Rebbe
elkaar monkelend toe, hun bao-speelbord
valt om (de bonen weer sterren) terwijl ze opspringen
om hun langverwachte
vriend te begroeten
‘Kom op Ashó
je wint toch niet meer en wij kunnen
hem nu niet meer laten wachten
Haróen er-Rasjíed laat met een lichte buiging
Soendjátta voorgaan en deze sommeert zijn
marsorkest van trommels, xylofoons en hemelse sferen
Timing hoor, precies voor he
millenniumvuurwerk binnen,
en gelijk eerste rang’, doet Caesar smale
(alsof de kalender nog steeds van hem is) Jan 23
geeft hem een por van ‘Laat Gautama voorgaa
en inderdaad, steunend op de zwarte farao Pianchi
het ontvangstcortčge vormt zich
als nachtzonnen fonkelen van goud de eerste
Asantahénes, en het Nkoya marsorkest
van Lewaníka met maanklank overstemt dat van Soendjatta

Tambóekenoe táte, hé
tamboekenoe Mwálimoe, héhčhčhé

kijk daar gaan Garvey, Luthuli, Biko, Nkrumah,
Cheikh Anta Diop, Luther King, Kenyatta, Machel,
in het schrijden van de groten gaan langzaam
wielen wentelen en wordt dansen
ter ere van Mwalimoe

 

Mwalimoe eindelijk ben je
onze grijze voorouder uit Afrika
voorouder
voor
heel de wereld
waak over ons
geef ons
betekenis.

[ langzame trommelslagen: rouwritme  ]

 

© 1999 Wim van Binsbergen

Mwalimoe eindelijk ben je/ onze grijze voorouder uit Afrika/ voorouder / voor / heel de wereld/ waak over ons/ geef ons / betekenis

 

 

terug naar poezie homepage

page last modified: 20-04-2013 14:47:36